Wie ben ik als docent, persoon en collega?
Hoe ben ik hier terecht gekomen?
Mijn interesse voor media is altijd groot geweest. Als voorbereiding op mijn studiekeuze heb ik, op eigen verzoek en toen ik 15 jaar oud was, een week meegelopen bij RTV Drenthe om zo een beeld van het werkveld te krijgen. Dit beviel me goed en ging me ook vlot af, waardoor de keuze voor de mbo-studie snel was gemaakt: Audiovisuele productie bij Kunst, Theater en Media op het Noorderpoort. Deze studie, die dat jaar voor het eerst startte, beviel me goed en ik heb een fijne tijd gehad op het Noorderpoort. De kennismaking bij RTV Assen beviel zo goed dat ik er tijdens mijn studie ben blijven werken, onder meer als presentator, cameraman en technicus. Na het MBO kwam, HBO Communication & Multimedia Design. Daarnaast had ik enkele ZZP-klussen en na mijn afstuderen ben ik in de marketing gaan werken. Ik heb onder andere als creative editor, traffic manager en vormgever/ marketeer gewerkt.
Tijdens de coronacrisis begon ik na te denken over waar ik dit alles voor deed. Ik was voornamelijk commercieel bezig en miste een bepaald maatschappelijk nut in mijn werk. De gedachte aan werken in het onderwijs kwam op. Ik heb deze gedachte verder onderzocht en ben uiteindelijk gericht gaan zoeken naar een baan als docent. Het helpen van anderen en hen iets uitleggen vond ik altijd al leuk om te doen, en presenteren en voor groepen staan ging me makkelijk af. Ook zag ik in het onderwijs meer uitdaging en mogelijkheden om me te (blijven) ontwikkelen. Bovendien voorziet het onderwijs in mijn behoefte om iets voor anderen, voor de maatschappij te kunnen betekenen, een belangrijke drijfveer voor mij.
Docent
Als docent haal ik voldoening uit het opbouwen van een relatie met studenten en hen verder brengen in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Natuurlijk is het mijn taak om de studenten vakkennis bij te brengen maar ik denk dat de basis van elke professionele ontwikkeling start bij een aantal basis vaardigheden. Contacten leggen, communiceren, afspraken maken en plannen behoren tot die belangrijke basis die aan het begin van een succesvolle carrière liggen. Ik hoop dat al mijn studenten in het vakgebied belanden, maar wat zou het geweldig zijn als onze studenten mede door ons een gelukkig leven vinden.
Ik realiseer me dat ik als docent nog het nodige kan leren en me verder kan ontwikkelen. Ik ben gedreven om deze ontwikkeling gestalte te geven en ik heb hier tijdens het PDG-traject de nodige handvatten voor weten te krijgen, vooral op pedagogisch vlak. Daarnaast wil ik ook de opleiding en het team verder brengen door mijn kennis over te dragen en te leren van mijn collega's en studenten.
Assessments
Ik kan niet anders dan toegeven dat de twee assessments uitermate accuraat zijn. Beide assessments bestonden uit een lange vragenlijst met allerlei vragen en stellingen en daarnaast een gesprek met de assessor. Het schetst een duidelijk beeld van wie ik was aan het begin van mijn docentencarrière. Met de nadruk op begin, want inmiddels zijn we ruim twee jaren verder. Alleen al als ik kijk naar mijn nulmeting toen en mijn nulmeting nu, dan is die groei erg zichtbaar. Waar ik aan de start van het PDG niet eens altijd snapte wat er precies werd bedoeld in de stelling van de nulmeting, zijn die stellingen nu bijna vanzelfsprekend.
In de basis zal ik als persoon niet veel zijn veranderd, mijn sterke kanten zijn nog steeds mijn sterke kanten en ook de zwakke kanten zullen er nog steeds zijn. Maar mogelijk ben ik mij wel bewuster geworden van deze kanten, en met name op pedagogisch vlak ben ik uiteraard gegroeid.
Vanuit het assessment wordt het volgende beschreven:
Sterke punten
Mijn kwaliteiten omvatten onder andere mijn enthousiasme voor mijn vak en mijn betrokkenheid bij de studenten. Ik ben positief, leg soepel contact, ben vriendelijk, rustig en gedreven om het beste uit studenten te halen. Daarbij laat ik als docent zien te beschikken over de nodige zekerheid en een natuurlijk overwicht; ik sta er als docent, blijf rustig onder druk, laat me niet uit het veld slaan door tegenslag en ben in staat om in de lessen op een soepele wijze de regie te behouden. Ik ben goed in staat om mijn gedachten onder woorden te brengen en stem mijn taalgebruik af op de doelgroep. Als docent mag van mij verwacht worden dat ik studenten een veilige leeromgeving weet te bieden, waarin zij gehoord en serieus genomen worden. Ik ben samenwerkingsgericht. Als collega ben ik prettig en behulpzaam, stel ik me actief op om gezamenlijke doelen te behalen en spreek ik aan indien nodig. Ik leg makkelijk contacten, sta open voor nieuwe ontwikkelingen en ben gedreven om mezelf verder te ontwikkelen als docent.
Aandachtspunten
Ik kan me nog verder ontwikkelen op pedagogisch en didactisch vlak. Mijn lessen zullen aan effectiviteit winnen wanneer ik meer balans weet aan te brengen tussen enerzijds vasthouden aan mijn doel en structuur en anderzijds deze loslaten als de studenten hier behoefte aan hebben. Ik mag in aanvang van de les duidelijker doel, kaders en te behandelen onderwerpen bespreken evenals meer vragen stellen om te achterhalen welke kennis voorhanden is, waar de behoeften van studenten liggen om daar mijn les en werkvormen op aan te laten sluiten. Afwisseling in werkvormen zal mij helpen om zelf minder aan het woord te zijn en studenten beter bij de les te kunnen houden. Overige aandachtspunten: meer dynamiek brengen in mijn lessen, regels benoemen in de lessen, directer aanspreken op verstorend gedrag.
Doel voor ontwikkeling
Mijn sterke kanten zijn ook mijn valkuilen. Doordat ik bevlogen ben met mijn vak en enthousiast over mijn lesstof, kan ik soms te hard van stapel lopen. Dit besef kwam vooral in mijn eerste jaar als docent naar voren. Het is belangrijk om de rust te nemen en echt vanaf de eerste stap de student aan de hand te nemen, zonder hen te vervelen of kwijt te raken. Dit vraagt om een balans tussen enthousiasme en geduld.
Door verschillende werkvormen en dynamiek aan te brengen in mijn lessen, kan ik zelfs de meest afgeleide student betrekken bij de lesstof. Dit varieert van interactieve activiteiten tot het integreren van technologie in de klas, zoals het gebruik van educatieve apps en online quizzen. Daarnaast wil ik verder experimenteren met peer learning en peer tutoring. Deze methoden, waarbij studenten van elkaar leren en elkaar ondersteunen, bieden veel potentieel voor een diepere betrokkenheid en beter begrip van de lesstof.
Werkvormen en Innovatieve Lesmethoden
Eén van de methoden die ik graag inzet, is de flipped classroom. Hierbij krijgen studenten voorafgaand aan de les instructiemateriaal zoals video's en artikelen, zodat de lestijd kan worden benut voor discussie, toepassing en verdieping. Deze aanpak stimuleert actieve participatie en kritische denkvaardigheden.
Peer learning en peer tutoring zijn eveneens belangrijke pijlers in mijn onderwijsaanpak. Zoals ook beschreven in Analoog of Digitaal? , bieden deze methoden studenten de kans om in een veilige omgeving van en met elkaar te leren. Door studenten in kleine groepen samen te laten werken en hen verantwoordelijk te maken voor elkaars leerproces, creëer ik een collaboratieve en ondersteunende leeromgeving. Dit bevordert niet alleen het begrip van de lesstof, maar ook sociale en communicatieve vaardigheden.
Effectiever Onderwijs
Hoewel ik effectief kan zenden zonder dat dit verschrikkelijk eentonig wordt, streef ik ernaar om mijn lessen nog effectiever te maken door de studenten meer te betrekken. Momenteel doe ik dit bewust bekwaam, wat betekent dat ik actief nadenk over hoe ik mijn lesmethoden kan verbeteren en aanpassen aan de behoeften van mijn studenten. Mijn uiteindelijke doel is om deze vaardigheden onbewust bekwaam te beheersen, zodat ze natuurlijk en moeiteloos in mijn lespraktijk worden geïntegreerd.
Om dit te bereiken, blijf ik me professioneel ontwikkelen. Ik volg regelmatig cursussen en workshops over didactiek en pedagogiek en zoek actief naar feedback van collega's en studenten. Reflectie is een essentieel onderdeel van mijn groei als docent. Na elke les evalueer ik wat goed ging en wat beter kan, en ik pas mijn aanpak dienovereenkomstig aan.
Conclusie
Al met al is mijn reis als docent er een van voortdurende ontwikkeling en aanpassing. Mijn enthousiasme en passie voor het vak zijn mijn grootste drijfveren, maar ze vereisen ook een bewuste balans om effectief les te geven. Door verschillende werkvormen en innovatieve lesmethoden te integreren, kan ik de betrokkenheid en het begrip van mijn studenten vergroten. Ik streef ernaar om een leeromgeving te creëren waarin studenten zich gehoord, gezien en ondersteund voelen, en waarin ze actief en met plezier leren. Met voortdurende professionele ontwikkeling en reflectie blijf ik werken aan mijn vaardigheden, met de hoop deze ooit onbewust bekwaam toe te passen.