Tijdens deze ochtend hebben mijn collega Joost en ik onze krachten gebundeld om een geïntegreerde leservaring te bieden die gericht was op het optimaliseren van het leerproces van onze studenten. We kozen ervoor om onze lessen te combineren omdat de lesstof naadloos op elkaar aansloot, waardoor de studenten de kans kregen om zich langer te wijden aan hetzelfde project. Deze aanpak bood niet alleen meer diepgang in het leerproces, maar stimuleerde ook samenwerking en kritisch denken.
In het eerste deel van de les lag de focus op het filmen, waarbij de studenten actief betrokken waren in het creatieve proces. Dit deel van de les lag in handen van Joost, die zijn expertise inbracht op het gebied van technische vaardigheden en cinematografie. Terwijl de camera's draaiden, begeleidde hij de studenten bij het begrijpen en toepassen van verschillende filmtechnieken, zoals framing, belichting en camerabewegingen. Dit bood een solide basis voor het verdere verloop van de les.
In het tweede deel van de les nam ik de leiding over, waarbij we ons richtten op het monteren en editen van de zojuist opgenomen beelden in Adobe Premiere Pro. Dit gedeelte was gericht op het ontwikkelen van vaardigheden op het gebied van post-productie en het begrijpen van de narratieve structuur binnen een filmproject. Terwijl de studenten hun creatieve visie tot leven brachten in de montage, stond ik klaar om hen te begeleiden en te ondersteunen bij technische uitdagingen en artistieke beslissingen.
Deze lessen maken deel uit van het curriculum voor het derde studiejaar en zijn zorgvuldig ontworpen als onderdeel van ons onderwijsprogramma. Ons team heeft nauw samengewerkt om een curriculum te ontwikkelen dat aansluit bij de behoeften van onze studenten en hen voorbereidt op hun afstuderen en toekomstige carrières in de creatieve industrie. Door middel van praktische ervaring, theoretische kennis en professionele begeleiding streven we ernaar om onze studenten te empoweren en te inspireren tot excellentie.
Uitvoering
Tijdens dit soort lessen hanteren we voornamelijk de Taxonomie van Bloom (B.S. Bloom, 1956). We beginnen met het leggen van een stevige basis door de fundamentele concepten uit te leggen en inzicht te geven in de onderliggende principes. Vervolgens moedigen we de studenten aan om deze kennis toe te passen in praktische situaties, waarbij ze hun creativiteit en probleemoplossende vaardigheden kunnen benutten. Ten slotte evalueren we niet alleen het eindresultaat, maar ook het proces dat de studenten hebben doorlopen, om zo inzicht te krijgen in hun leerproces en hen waar nodig verder te begeleiden.
Door deze benadering streven we ernaar om niet alleen kennis over te dragen, maar ook vaardigheden te ontwikkelen die essentieel zijn voor succes in de hedendaagse samenleving. Door te focussen op samenwerking, kritisch denken en creativiteit, bereiden we onze studenten voor op de uitdagingen en kansen van de moderne wereld. We geloven dat door middel van actief leren en praktijkgerichte instructie onze studenten in staat zullen zijn om niet alleen te gedijen in hun academische carrière, maar ook om bij te dragen aan positieve verandering in de wereld om hen heen.
Zoals ook besproken in het onderdeel Persoonlijkheden hebben alle studenten verschillende niveaus en onderwijsbehoeften. Berben & Van Teeseling (2018) stellen dat het doel is om tegemoet te komen aan de verschillende leerbehoeften van alle studenten, zodat de leermogelijkheden van iedereen in de klas worden vergroot en studenten een bepaald niveau kunnen behalen.
Originele situatie
In de originele situatie gaven mijn collega en ik de gesplitste klassen tegelijkertijd les om vanwege de groepsgrootte individuele aandacht te waarborgen. Na de les werd er van groep gewisseld en kreeg de andere helft van de klas dezelfde les. Ervaring leert dat een praktijkopdracht, of dit nou het gebruiken en toepassen van nieuwe software is of het bedienen van apparatuur zo veel aandacht van de docent vraagt dat het niet werkbaar is om de groep te groot te maken. L.S. Vygotsky (1978) stelt dat we de zone van naaste ontwikkeling moeten aanspreken om de student iets aan te kunnen leren. De zone van naaste ontwikkeling (ZNO) houdt in dat de student wordt aangesproken op een niveau dat net buiten het bereik ligt van wat hij of zij zelfstandig kan. Wat een student zelfstandig kan, is de actuele ontwikkeling. Waar een student hulp bij nodig heeft, is de naaste ontwikkeling. Het gebied ertussen is de zone van naaste ontwikkeling: activiteiten die de student nog niet zelfstandig kan uitvoeren, maar wel met sociale ondersteuning. Als je de zone van naaste ontwikkeling van een student aanspreekt, doe je dit door (ondersteund) aanbod dat net boven het niveau van de student ligt. Docenten hebben hierdoor de kans om de kennis en vaardigheden van studenten uit te breiden.
Deze aanpak vergt een meer hands-on aanpak om de studenten naar het beoogde punt te begeleiden. Vooral in de praktijkvakken is de actieve aanwezigheid van een instructeur dan erg belangrijk omdat studenten vaak op vergelijkbare momenten vast lopen en dit is maar gedeeltelijk klassikaal op te vangen. De een op een begeleiding tijdens deze lessen is daarom erg belangrijk, maar kost ook veel tijd. Onze lessen zijn in dit geval anderhalf uur per keer. In veel situaties is dit voldoende maar wij merkten dat met name in de beginfase van het aanleren van bepaalde vaardigheden anderhalf uur toch erg kort was om zowel de beoogde lesstof aan te bieden en waar nodig alle studenten individuele aandacht te geven.
Nieuwe aanpak
Een voorbeeld zouden de twee vaardigheden, filmen en monteren kunnen zijn. Bij mijn collega zouden de studenten de werking en het gebruik van een camera leren en in mijn les het monteren van de beelden in het programma Adobe Premiere Pro.
Door de twee losse lessen te combineren ontstaat er ruimte om een grote les van drie lesuren te geven. De instructiefase van de les mag hierdoor langer duren en er ontstaat veel meer ruimte voor individuele begeleiding doordat er simpelweg de dubbele hoeveelheid tijd en docenten zijn in een les. Nu is er ook meer ruimte voor differentiatie en het aanboren van die zone van naaste ontwikkeling. Een student die bijvoorbeeld snel klaar is kan een uitdagendere zijopdracht krijgen en de student die moeite heeft met de opdracht kan extra ondersteuning krijgen.
Dat wij dit samen kunnen doen is niet vanzelfsprekend. Omdat wij uit hetzelfde vakgebied komen en ongeveer dezelfde achtergrond hebben zijn wij in staat om in elkaars les te ondersteunen. Uiteindelijk blijft èèn van ons verantwoordelijk voor de les en de inhoud en bied de ander vooral ondersteuning.
Implementatie
Onze samenwerking was essentieel, gezien de omvang van de groep, maar door onze gezamenlijke inspanningen konden we een rijkere leerervaring bieden aan alle studenten. Door elkaar te ondersteunen en aan te vullen, konden we efficiënter inspelen op de behoeften van de studenten en een stimulerende omgeving creëren waarin ze konden groeien en leren.
Bijkomend voordeel was dat de lessen elkaar nu helemaal chronologisch op konden volgen. Doordat er in de ene les gefilmd werd, kon er in de volgende les gemonteerd worden. Voorheen was het niet altijd mogelijk om door te werken met de materialen uit de voorgaande les. Nu dit wel het geval was ontstond er ook een mogelijkheid om uitgebreidere opdrachten op te hangen aan dit soort lessen. In plaats van een korte experimentele opdracht was er nu tijd voor een uitgebreid eindproduct dat over de duur van een aantal lessen gemaakt kon worden. Voor de student levert dit een geconcentreerde leerervaring op en een eindproduct die, in een opleiding waar het portfolio centraal staat, veel waardevoller is.
Voor ons als beginnende docenten is het tegelijkertijd een prachtige kans om van elkaar te leren, te inspireren en elkaar te motiveren om ons zelf verder te ontwikkelen. Op zowel pedagogisch als didactisch vlak, maar daarnaast ook niet onbelangrijk, ook de vaardigheden van ons andere vak.
Berben, M., & Van Teeseling, M. (2018). Differentiëren is te leren! (1ste editie). CPS Uitgeverij.
Bloom, B. S.; Engelhart, M. D.; Furst, E. J.; Hill, W. H.; Krathwohl, D. R. (1956). Taxonomy of educational objectives: The classification of educational goals. Vol. Handbook I: Cognitive domain. New York: David McKay Company.
L.S. Vygotsky, Mind in society: The development of higher psychological processes, Cambridge, 1978.
T 1.1, T 1.2, T 1.4, T 2.1,T 2.2,T 2.3,T 2.4, T 3.1,T 3.2,T 3.3,T 3.8