Ik ben docent op de opleiding Content Creator aan het Noorderpoort Kunst en Multimedia in Groningen. Het team waar ik deel aan neem is klein en hecht. In de basis bestaat het team uit vier personen. Sinds de zomer van 2023 is dit team uitgebreid met een onderwijsassistent en een extra deeltijd docent. We hebben een platte organisatiestructuur binnen ons team waardoor iedereen veel meegenomen wordt in het draaien van de opleiding maar ook in het creëren van het curriculum en de invulling van het onderwijsprogramma.
De Content Creator opleiding, een nieuw initiatief ontwikkeld als antwoord op de groeiende kloof tussen onderwijs en industrie, is het resultaat van een experiment dat werd opgezet door mijn collega's Erik Kremer en Nona Metiarij. Aanvankelijk gelanceerd in Drachten, Tilburg en Eindhoven, heeft deze innovatieve opleiding nu een deel van zijn experimentele fase voltooid. De voormalige opleiding Mediaredactiemedewerker, met een verouderd kwalificatiedossier, heeft de kwalificaties van de Content Creator overgenomen. Dit heeft geleid tot het overbodig maken van het CREBO Content Creator, dat daarom niet zal worden verlengd. De laatste twee cohorten zullen de komende twee jaar afstuderen, waarna het CREBO Content Creator niet meer zal worden aangeboden.
De Content Creator opleiding heeft zich bewezen als een waardevolle brug tussen theoretisch onderwijs en praktische vaardigheden, die nauw aansluiten bij de eisen van de huidige arbeidsmarkt. Door te focussen op actuele trends en technologieën in de contentcreatie-industrie, hebben studenten een stevige basis verworven in diverse disciplines zoals digitale marketing, creatief schrijven, grafisch ontwerp en videoproductie.
Met een dynamisch curriculum en hands-on ervaring heeft de opleiding Content Creator een reputatie opgebouwd als een innovatief leerplatform dat studenten voorbereidt op een succesvolle carrière in de snel evoluerende wereld van digitale content. De samenwerking met gerenommeerde professionals uit het werkveld heeft studenten de kans geboden om hun vaardigheden te ontwikkelen en te verfijnen in een echte professionele omgeving.
Als gevolg van het succes van de Content Creator opleiding heeft de voormalige opleiding Mediaredactiemedewerker haar kwalificatiedossier aangepast om beter aan te sluiten bij de veranderende behoeften van de industrie. Door de overname van de kwalificaties van de Content Creator, heeft de Mediaredactiemedewerker opleiding een moderner en relevant curriculum kunnen aanbieden aan toekomstige studenten. Dit betekent echter ook dat het CREBO Content Creator niet langer nodig is en daarom niet zal worden verlengd.
Terwijl het CREBO Content Creator geleidelijk wordt afgebouwd, zullen de laatste twee cohorten van studenten nog steeds profiteren van het onderwijs dat deze opleiding biedt. Intussen blijven wij de opleiding Content Creator voeren onder het CREBO Mediaredactiemedewerker. Met een focus op praktische vaardigheden en real-world toepassingen, zullen deze studenten goed voorbereid zijn om de uitdagingen van de hedendaagse contentcreatie-industrie aan te gaan.
In de komende jaren zal de contentcreatie-industrie naar verwachting blijven groeien en evolueren, waardoor er een toenemende vraag zal zijn naar getalenteerde professionals die in staat zijn om hoogwaardige en boeiende inhoud te produceren. De ervaring en kennis die studenten hebben opgedaan tijdens hun tijd aan opleiding zullen hen goed van pas komen terwijl ze hun carrière voortzetten en bijdragen aan de voortdurende innovatie binnen de sector.
De evolutie van de opleiding illustreert niet alleen het belang van nauwe samenwerking tussen onderwijsinstellingen en industrie, maar ook de noodzaak van voortdurende aanpassing en vernieuwing van onderwijsprogramma's om te voldoen aan de veranderende eisen van de arbeidsmarkt. Als we willen blijven gedijen in een steeds digitalere wereld, is het essentieel dat we blijven meeveranderen als opleiding en als docenten. Meer hierover in mijn visie op het onderwijs.
Doelstellingen:
Studenten voorbereiden op een carrière in de media-industrie als redactiemedewerker, content creator, journalist, social media manager, etc.
Ontwikkelen van vaardigheden op het gebied van schrijven, content creatie, journalistiek, digitale media en communicatie.
Versterken van kritisch denken, onderzoeksvaardigheden en ethisch redactioneel gedrag.
Kennismaking met de mediawereld, geschiedenis, trends en invloeden.
Basisprincipes van journalistiek, ethiek en verantwoordelijkheid.
Introductie van redactionele processen en mediaproductie.
Ontwikkeling van schrijfvaardigheden voor verschillende mediaplatforms: nieuwsberichten, persberichten, blogs, enz.
Redactionele technieken, stijl, structuur en grammatica.
Praktijkgerichte schrijfoefeningen en feedbacksessies.
Concepten en strategieën voor digitale contentcreatie.
Grafisch ontwerp, multimediale inhoud en videoproductie.
Gebruik van tools en platforms voor contentcreatie, zoals Adobe Creative Suite, WordPress, etc.
Onderzoeksmethoden, bronnenverificatie en interviewtechnieken.
Nieuwsproductie: nieuwsvergaring, redactie en publicatie.
Opdrachten om nieuwsartikelen, reportages en interviews te produceren.
Begrip van socialemediaplatforms, hun doelgroepen en trends.
Contentstrategieën voor sociale media en communitymanagement.
Analyse van socialemediagegevens en rapportage.
Fundamenten van mediarecht, auteursrecht, privacy en persvrijheid.
Ethiek en verantwoordelijkheid in de media-industrie.
Casestudy's en discussies over ethische dilemma's in de media.
Verplichte stageperiode bij een mediabedrijf, uitgeverij, nieuwsorganisatie, of andere relevante werkplek.
Praktijkervaring opdoen onder toezicht van professionals.
Mogelijkheid om vaardigheden toe te passen en professionele contacten op te bouwen.
Continue evaluatie via opdrachten, projecten en examens.
Beoordeling van praktische vaardigheden, schriftelijke communicatie, presentaties, en professioneel gedrag.
Feedback van docenten en beoordeling van stagebegeleiders.
Individuele begeleiding en advies voor studenten.
Toegang tot faciliteiten zoals computerlabs, opnamestudio's en mediabibliotheken.
Workshops en gastcolleges door professionals uit de mediaindustrie.
Bovenstaand voorbeeld illustreert een van onze heisessies, waarin ons team zich buigt over het afgelopen jaar, het komende jaar en alle gerelateerde kwesties. Een vast onderdeel van deze sessies is het opstellen van ons curriculum en het scherp houden van de kaders van ons onderwijsplan met het oog op het kwalificatiedossier (KD). Deze belangrijke besprekingen vinden plaats in een informele setting, zoals de achtertuin van een van onze collega's, die fungeert als ons eigen 'hei'-alternatief.
Het kwalificatiedossier (zie bijlage KD Mediaredactie) vormt de leidraad voor ons onderwijs. Recentelijk hebben we ons moeten aanpassen aan een nieuw KD, ook al vertoont dit aanzienlijke overeenkomsten met het oude. Voor de komende twee jaar zullen we beide dossiers hanteren voor onze opleiding. Dit betekent dat lessen voor Cohort 23 en Cohort 22 en 21 soms nog van elkaar zullen verschillen. Het overbruggen van deze overgangsperiode vereist nauwe samenwerking binnen ons team.
Elk van ons brengt zijn of haar specialisme in, en de vakken die we geven sluiten hierop aan. Door middel van overleg streven we naar een curriculum dat zowel onze expertise weerspiegelt als voldoet aan de eisen van het KD. Ondanks de vastgestelde kaders ervaren we een aanzienlijke mate van vrijheid en flexibiliteit. We houden de ontwikkelingen binnen ons vakgebied nauwlettend in de gaten en zijn in staat om snel te reageren en aanpassingen door te voeren.Een van de voordelen van deze vrijheid is dat we binnen ons lesprogramma rekening kunnen houden met extra behoeften en opkomende trends. Dit maatwerk komt ten goede aan onze studenten, omdat het binnen de gestelde kaders van ons KD en onderwijsprogramma valt. We streven ernaar een optimaal leertraject te bieden dat aansluit bij de individuele behoeften en interesses van onze studenten.
Door voortdurende evaluatie en aanpassing van ons curriculum blijven we relevant en actueel. We erkennen dat de wereld van media en communicatie voortdurend evolueert, en het is onze taak om onze studenten voor te bereiden op deze dynamische omgeving. Daarom blijven we openstaan voor nieuwe ideeën en methoden, en streven we ernaar om een inspirerende en uitdagende leeromgeving te creëren. Binnen ons team heerst een cultuur van samenwerking en ondersteuning. We geloven dat door onze krachten te bundelen, we het beste onderwijs kunnen bieden aan onze studenten. Daarom moedigen we een open uitwisseling van ideeën en feedback aan, zodat we voortdurend kunnen blijven groeien en verbeteren.
Naast het curriculum zijn we ook betrokken bij de ontwikkeling van onze studenten op sociaal en persoonlijk vlak. We streven ernaar om een inclusieve en ondersteunende gemeenschap te creëren waarin elke student zich gewaardeerd en gehoord voelt. Dit omvat het bieden van mentorprogramma's, workshops en andere initiatieven die bijdragen aan de persoonlijke groei en ontwikkeling van onze studenten.
Door onze passie voor ons vak en ons engagement voor de groei en ontwikkeling van onze studenten, blijven we streven naar excellentie in alles wat we doen. We zijn trots op de prestaties van ons team en kijken uit naar de voortdurende samenwerking en groei in de komende jaren.
Toen ik destijds als nieuw lid werd verwelkomd binnen het kleine team, nam ik aanvankelijk de rol op me van docent met expertise in (grafische) media, marketing en software. Dit specifieke domein was binnen het team enigszins onderbelicht. Als relatief onervaren docent moest ik snel mijn weg vinden, zij het onbewust bekwaam. Het ontwikkelen van mijn eigen lesmethoden ging me redelijk af, maar het begrijpen van de schoolprocessen vergde meer tijd en inspanning.
In termen van persoonlijkheid vormde ik een interessante aanvulling op het team, gezien de diversiteit aan persoonlijkheden. Kort voordat ik toetrad, had het team al sessies gehad waarbij een externe partij keek naar de verschillende persoonlijkheden en de dynamiek binnen het team. Mijn Disc-profiel stond redelijk tegenover dat van de rest van het team, wat impliceerde dat ik minder dominant of leidend was. Ik was eerder rustig, afwegend of volgend. Hoewel dit een goede aanvulling op het team was, vormde het ook een uitdaging om mijn stem te laten gelden te midden van de dominante persoonlijkheden, vooral als nieuwkomer die nog niet alles wist.
In de eerste periode was ik dan ook vooral volgend. Ik ging mee met de flow en stond open om te leren. Gaandeweg ontdekte ik echter situaties waarin ik een andere mening had of waarin ik het niet helemaal eens was met het proces. Naarmate ik meer ervaring opdeed, kreeg ik automatisch ook steeds meer een stem om daar iets over te zeggen. Nu voel ik me echter zelfverzekerder en ben ik meer geneigd om mijn stem te laten horen, zelfs als die afwijkt van de meer dominante persoonlijkheden binnen het team.
Als team kunnen we ontzettend snel schakelen. We zijn creatief en kunnen daardoor snel oplossingen aandragen en lessen ontwikkelen. We spelen makkelijk in op actuele situaties en laten zo geen kans onbenut. Ook bieden we altijd maatwerk, waarbij de student zijn of haar eigen draai mag geven. Helaas nemen we daardoor soms te veel hooi op onze vork. We hebben te veel lopende projecten of te veel verschillende einddoelen binnen een opdracht. Doordat we druk bezig zijn en veel spontane ballen hoog houden, blijft er weinig ruimte over voor plannen, overleggen, evalueren en organiseren. En dat is ons grootste struikelblok. We improviseren te veel en overleggen te weinig, waardoor er geen tijd is voor een planning die juist rust en duidelijkheid zou kunnen brengen. Hierdoor ontstaat een soort 'zwemmen of verzuipen'-situatie waarin veel geïmproviseerd moet worden. Hoewel er een duidelijk doel en eindpunt is, is de route ernaartoe erg flexibel.
Het feit dat ik minder dominant ben, biedt een waardevolle tegenwicht in het team, maar het kan ook een uitdaging zijn om mijn standpunten kracht bij te zetten. Ik ben me ervan bewust dat mijn meer terughoudende karakter me soms ervan weerhoudt om mijn ideeën krachtig naar voren te brengen. Dit is iets waar ik actief aan werk om te verbeteren, door mijn communicatievaardigheden te versterken en mijn zelfvertrouwen te vergroten door meer vakkennis op te doen.
Voor mij persoonlijk heeft dit ook betrekking op eigenaarschap en rolverdeling. Tijdens een periode van verlof van onze coördinator, nam ik meer regie over mijn eigen en andere taken, hoewel we ook een interim-coördinator hadden. Dit deed me nadenken over mijn eigenaarschap en rol binnen het team. Het was interessant om te zien hoe deze dynamiek veranderde toen ze terugkwam, en het bracht me tot het besef dat we als team nog kunnen groeien in het verdelen van taken en verantwoordelijkheden. Om ons team effectiever te laten functioneren, moeten we streven naar een betere balans tussen creativiteit en structuur. Dit vereist open communicatie, samenwerking en een gezamenlijke inzet om onze doelen te bereiken. We moeten leren van onze sterke punten en onze zwakke punten aanpakken om een werkomgeving te creëren waarin iedereen zich gehoord voelt en optimaal kan bijdragen.
Hoewel ik hier een duidelijke mening en visie over heb, is het niet aan mij om dit beleid toe te passen. Ik kan het aangeven in vergaderingen en reflectiemomenten en daarmee aansturen op verandering. Het uiteindelijke beleid moet natuurlijk worden gevoerd door de coördinator en het team moet dit beleid opvolgen. We hebben een open sfeer in het team en we luisteren goed naar elkaar maar ik moet mij vooral richten op de directe invloed die ik zelf kan uitoefenen en daarom maak ik gebruik van de 12 reflectievragen (Korthagen, 2019).
Fase 1 Handelen/ ervaring opdoen
1 Wat wilde ik uitproberen?
Meer structuur en planning toevoegen aan het lesprogramma om de voortgang beter te kunnen meten en borgen.
Fase 2 Terugblikken
IK
2 Wat deed ik?
Ik trok meer taken naar mezelf toe om op die manier de regie en het overzicht te hebben over de lopende projecten en processen.
3 Wat dacht ik?
Als alles vooraf duidelijk en helder is voor de studenten dan ligt de bal bij de student en hoef ik alleen te sturen en kan ik mij focussen op de begeleiding van de inhoud van de opdrachten. Op deze manier hebben de studenten minder vragen rondom lessen/ opdrachten en weten ze ook precies bij wie ze terecht kunnen voor vragen.
4 Wat voelde ik?
Ik voelde dat het in de praktijk toch weer genuanceerder lag van vooraf in de planning bedacht. Studenten gebruiken niet altijd de formulieren in de je
vraagt in te vullen en laten op andere manieren de bal vallen waardoor het beoogde plan toch snel komt te vervallen en er toch veel maatwerk en verwarring ontstaat. Studenten die een week hebben gemist moeten toch de week er na een kans hebben om zaken in te halen en kunnen niet makkelijk meer inhaken aan projectgroepen. Dit voelde toch wederom ongewenst als te veel improvisatie.
DE LEERLINGEN
5/ 6/ 7/ Wat dachten de leerlingen, wat voelden ze & wat deden ze, denk je?
Het deel van de studenten dat zich volledig inzette en alles deed wat er werd gevraagd ervoer rust, overzicht en ze waren gemotiveerd om actief bezig te gaan. Het eigenaarschap werd als prettig ervaren maar de samenwerking was niet altijd optimaal. Ook in deze groepen ontstonden problemen rondom absentie van projectleden of projectleden die later aan wilden haken.
Tegelijkertijd hadden de studenten die de eerste les(sen) hadden gemist een dubbele achterstand in te halen waardoor de motivatie bij deze studenten af en toe een stuk minder was. Er ontstond een trend waarin gemotiveerde studenten steeds gemotiveerder werden of in elk geval stabiel gemotiveerd bleven terwijl studenten met een hogere absentie steeds ongemotiveerder werden en daarnaast of daardoor ook steeds vaker absent waren.
Fase 3 Formuleren van essentiële aspecten
8 Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen?
Als je kijkt naar de Roos van Leary dan zie je dat de studenten bij elkaar clusteren. Daar versterken ze elkaars gedrag. Leary wilde de twee assen qua gedrag met elkaar combineren om verschillend soort gedrag te kunnen onderscheiden. Leary ontdekte dat ‘samen’, ‘tegen’, ‘boven’ en ‘onder’ in relatie stonden tot elkaar.
Samen-gedrag roept samen-gedrag op en Tegen-gedrag roept tegen-gedrag op, een symetrische werking.
Boven-gedrag roept onder-gedrag op en Onder-gedrag roept boven-gedrag op, een complementaire werking.
De gemotiveerde studenten zitten vooral in een samen-gedragspatroon:
verantwoordelijk; respecterend; dankbaar; behulpzaam; samenwerkend gedrag.
en een boven-gedragspatroon:
actief; initiatief nemend; beïnvloedend; beheersend; motiverend gedrag.
De negatieve studenten vooral in een tegen-gedragspatroon:
onafhankelijk; wantrouwend; gericht op overtuigen; kritisch; twijfelzuchtig gedrag.
en een onder-gedragspatroon: niet assertief; afhankelijk; onderdanig; conformerend; bescheiden gedrag.
9 Wat is daarbij de invloed van de context / de school als geheel?
Uiteraard is de structuur van de context van de opdrachten belangrijk. Studenten ervaren het als prettig om duidelijkheid te hebben in hun infomatievoorziening, planning en aanspreekpunt. Maar gekeken naar de Roos van Leary is het vooral belangrijk om studenten uit de negatieve hoeken van de roos te krijgen en ze te koppelen aan studenten die zich in een positieve hoek bevinden.
10 Wat betekent dat nu voor mij?
Om iedereen mee te krijgen in een les of project hoeft de hoofdfocus niet alleen op structuur en duidelijkheid te liggen. Ook het differentiëren en het plaatsen van studenten in de juiste omgeving is in dit geval erg van belang om tot een goed einde te komen en iedereen actief te laten leren.
11 Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)?
Een opdracht of project kan nog zo goed afgebakend zijn, zonder de juiste differentiatie en benadering van individuele studenten bereiken niet alle studenten gezamenlijk het gewenste resultaat.
Fase 4 Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen
12/13 Welke alternatieven zie ik (welke oplossingen voor het probleem of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking)? En welke voor- en nadelen hebben die?
Een oplossing zou zijn om groepswerk toch modulair of individueel op te delen. Op deze manier kun je studenten gemakkelijk herplaatsen en individueel beoordelen. Het nadeel is dat dit veel extra tijd en inzet kost en wel moet passen binnen mijn persoonlijke planning.
Mijn plan is om na de zomervakantie weer op dinsdag aanwezig te zijn, zodat dit gat wordt opgevangen. Dit zou de samenwerking binnen het team verbeteren en meer mogelijkheden bieden voor overleg en gezamenlijke activiteiten. De precieze formatie voor het komende jaar moet echter nog worden vastgesteld. Ik hoop dat ik de dag PDG kan vervangen door een lesdag op school.
Met deze aanpassingen streef ik naar een betere balans in mijn werkweek en een efficiëntere samenwerking met mijn collega's. Het is cruciaal om momenten te hebben waarop het hele team samen is, zodat we effectief kunnen plannen, bespreken en besluiten nemen. Daarnaast is het belangrijk dat er ruimte blijft voor individuele productiviteit, zoals op de vrijdag. Deze nieuwe planning zou beide aspecten beter in evenwicht brengen en bijdragen aan een optimale werkomgeving.
Met de opgedane kennis van de afgelopen twee jaren, waarin ik het PDG traject heb gevolgd en nauw betrokken ben geweest bij het draaien van het onderwijsprogramma heb ik veel praktijkervaring op gedaan die ik voortaan kan inzetten. Ik ben van plan de uitkomsten uit dit portfolio te implementeren in mijn lessen en lesgeven.